Yvonne de Haze

Medewerker R&D

Yvonne werkt langer bij TIO dan TIO bestaat

Yvonne weet nog dat ze met haar moeder medicijnen ging halen bij de apotheek en dacht: “Dit ga ik doen.” Ze deed de studie Apothekersassistent en werkt inmiddels veertig jaar in de farmacie met drie generaties TIO. In die veertig jaar maakte niet Yvonne, maar TIO een uitstap. Ze vertelt over haar carrière. Hoe het er vroeger aan toe ging en hoe alles zich ontwikkelde tot hoe het nu is. Over wat ze het leukst vindt in haar werk en met een mooie boodschap aan iedereen die zich wil ontwikkelen.

 

Ik ben verkocht en werd weer teruggekocht

Tweeënveertig jaar geleden ging ik stage lopen bij Apotheek Riet, die van opa Tio was, en kwam er na twee jaar in vast dienstverband. Na een paar jaar in dienst nam al snel zijn zoon Jos Tio het stokje over. Hij breidde de zaak uit, zette een lab neer en wij verhuisden later naar een nieuw pand. Vanaf dat moment bereidden we ook steeds meer medicijnen voor andere apotheken. Jos had nog grotere plannen en moest zijn apotheek hier helaas voor verkopen. Zo kwamen wij in handen van de Spanhoff groep en later Escura. 

Jos bleef een kort lijntje houden met ons en kwam regelmatig langs om informatie in te winnen waar de markt om vroeg. Helaas bleek na een inspectie dat wij onder andere de steriele bereidingen niet goed genoeg documenteerden. De Escura groep vond meer investeren hierin niet wenselijk en wij stopten met de bereidingen. Toen Jos dit hoorde stond hij gelijk klaar om ons terug te kopen en dat is inmiddels alweer een jaar of tien geleden. Hij nam onze dienstjaren mee en zo kom ik op veertig jaar dienst bij TIO. 

Vroeger was alles beter

Medicijnen maken heb ik altijd het leukst gevonden. Als we in de apotheek een recept niet standaard op voorraad hadden, maakte ik het ter plekke. Weet je hoe we dat vroeger deden? We vouwden poeders in een papiertje, net als die witte kruis poeders. En we draaiden pillen. Je deed alle ingrediënten bij elkaar, je rolde het op en daar sneed je dan pillen van. Dat was natuurlijk helemaal niet hygiënisch. Een tabletteermachine hadden we nog niet.

En ik schreef elk etiket met de hand. Later kwam de typemachine. Daar kwamen dan tien etiketten tegelijk uit. In die tijd was dat briljant en zorgde voor een enorme werkdrukverlaging. Dat kan je je nu niet meer voorstellen, nu alles geautomatiseerd is.

Doe mij maar variatie

Variatie in mijn werk vind ik het leukst. Er is constant wat anders of nieuws. Jos Tio sprong bij Apotheek Riet overal op in. Zo werd ons gevraagd of we iets voor de scheepvaart wilden doen. Dus kreeg ik door welk schip hoe laat in welke haven lag en daar ging ik, met mijn medicijn box in de achterbak naar zo’n schip voor inspectie. Ik controleerde op verlopen medicijnen, haalde eruit wat niet meer goed was en vulde weer aan.

Nu zit zijn zoon Andreas Tio hier, voor mij alweer de derde generatie. Grappig, want we gingen vaak samen op pad en ik heb Andreas zien opgroeien. In veertig jaar ging ik van acht naar driehonderdvijftig collega’s in negen panden. Dan maak je wat mee hoor.

Alles in huis

Toen we werden overgekocht werd de afdeling Ad Hoc opgericht, een verlengde van apotheek Riet. We kregen recepten door van andere apotheken en die moesten dezelfde dag de deur uit. Ik vond het druk en pittig en gaf aan dat ik dit niet langer wilde doen. Na een gesprek met een coach kreeg ik terug dat het bereiden van medicijnen nog altijd bij mij paste. En zo kwam ik bij R&D terecht, dat toen werd uitgebreid. En daar zit ik nog steeds. We startten met alle apparatuur in een klein hokje en nu hebben we een eigen pand met lab en dertien mensen in dienst. Heerlijk om alles in huis te hebben en niet meer afhankelijk te zijn van derden.

We ontwikkelen continu medicijnen en verbeteren ze. Is het tablet te groot volgens de markt? Dan kijken we hoe het kleiner kan. Smaakt het vies? Dat kan vast lekkerder. Ook ontwikkelden we de neusspray voor epilepsie. Een eenmalige toediening in buisjes gevuld, waar nu een hele lijn voor is ontwikkeld. Ik ben er trots op dat ik daar deel van uitmaakte.

Bij iedereen binnenwandelen en gaan voor wat je wilt

Vragen van buitenaf worden intern verdeeld onder de projectmanagers. We zijn altijd aan het brainstormen over toepassingen en verbeteringen. Omdat ik hier zo lang werk en veel weet van bereiden, heb ik mijn plek gevonden en voel me ontzettend gewaardeerd. Als team hebben we allemaal onze eigen expertise en samen maken we echt de tofste dingen. Ik leer elke dag weer. Door de projecten die ik krijg, van mijn collega’s, over apparatuur en de mensen. Ik kom overal en spreek iedereen.

Elke dag drinken we koffie en lunchen we samen. In deze situatie is het wat anders, maar we proberen daaraan vast te houden. Elke vrijdag is het: “Wat ga je doen dit weekend?” en elke maandag: “Wat heb je gedaan?” Die gezelligheid vind ik fijn. Het voelt goed om mensen om mij heen en korte lijntjes met de directie te hebben. Dat je altijd gewoon kunt binnenwandelen, dat is het TIO familiegevoel. Zoals Hans mooi zegt: “Werk is de belangrijkste bijzaak.”

Daarnaast is er zoveel mogelijk. Als je je wilt ontwikkelen in een andere richting, geef dat simpelweg aan, dan kijken ze wat mogelijk is. Echt, waar een wil is, is een weg. Eén tot aan mijn pensioen.

 

 

Enthousiast geworden na het verhaal van Yvonne?

Solliciteer dan ook!